Honden vaccineren is van levensbelang
Een puppy of een volwassen hond goed vaccineren is van levensbelang. Bij fokkers die het goedkoop willen houden krijgen puppy’s een basisvaccinatie voor beperkte ziekten.
De puppy kan hiermee wel overleven, maar vele gevaren schuilen meestal om het hoekje.
Vaccineren is niet alleen om de hond te beschermen, maar ook om de mensen in de buurt van de hond te beschermen.
Waarom zou je een hond vaccineren? Er zijn voor- en tegenstanders. Tegenstanders zeggen dat het niet nodig is om ieder jaar te vaccineren.
Toch honden, en zeker puppy’s kunnen erg ziek worden door contact met andere honden, vb tijdens een wandeling of op de hondenschool. Laat daarom ook de hond nooit snuffelen. Laat de hond ook niet door urine van andere honden lopen. Vogelmest is ook best te vermijden tijdens het wandelen.
Hoe werkt een vaccin
Door het toedienen van het vaccin komen onschadelijke deeltjes van het virus of bacterie in het lichaam. Het lichaam gaat hier tegen antilichamen maken en zal in een later stadium het betreffende virus of bacterie herkennen en neutraliseren. Eens men heeft gevaccineerd moet men af en toe nog eens een herhaling toepassen om de antilichamen actief te maken. Met een vaccinatie beschermt men zijn dieren tegen hoogst besmettelijke, pijnlijke en dodelijke ziekten.
Waartegen vaccineren?
Ziekte van Carré, of hondenziekte.
Het virus tast alle hondensoorten aan en komt overal in de wereld voor. De besmetting gebeurt meestal door contact met besmette dieren of besmette uitwerpselen (nog een reden om geen hondendrollen op de openbare weg achter te laten). Deze ziekte is dodelijk voor pups en volwassen dieren houden er blijvende zenuwstoornissen aan over welke vaak lijden tot het laten inslapen van het dier.
Kattenziekte of parvovirose van de hond.
Deze ziekte wordt overgedragen door contact met besmette uitwerpselen van een besmette hond en niet van katten zoals soms verkeerdelijk wordt gedacht. Deze meestal dodelijke ziekte is herkenbaar aan het veelvuldig braken en diarree. Deze virale besmettingsziekte is echter vrij recent ontdekt in het jaar 1978.
Kennelhoest, hondengriep, kennelcough, influenza, of besmettelijke tracheabronchitis.
Deze ziekte verzwakt het algemene ademhalingstelsel van de hond waardoor er blijvend verschijnselen zijn zoals een chronische hoest en een verhoogde vatbaarheid voor longontstekingen. Jaarlijkse inenting kan niet voorkomen dat de hond kennelhoest krijgt, omdat meerdere factoren meespelen. Als de hond kennelhoest krijgt, zal hij er wel minder ziek van zijn. Deze ziekte is echte zelden of nooit dodelijk.
Leverontsteking of besmettelijke hepatitis.
Het virus is vaak dodelijk voor jonge honden en oudere dieren krijgen chronische stoornissen. Deze virusbesmetting wordt vooral opgelopen door contact met besmette urine van honden en ratten.
Ziekte van Weill, rattenziekte, leptospirose.
De grootste oorzaak van besmetting komt door de urine van andere besmette dieren. Ze kent doorgaans een dodelijke afloop en is trouwens ook voor mensen een gevaar.
Rabiës, hondsdolheid, Tolwutt.
Deze gevaarlijke virusbesmetting treft alle warmbloedige die in contact komen met speeksel van een besmet dier of door het eten van met rabiës besmette diertjes. Deze ziekte komt bij ons vooral voor in het zuiden van het land en onder de Maas en Samber lijn. Een aantal landen vereisen wel een vaccin !!!! Bij een besmetting van hondsdolheid kan het zes maanden duren vooraleer de eerste symptomen zichtbaar zijn en deze zijn niet steeds duidelijk in het begin. Hondsdolheid gaat ook naar mensen over en is levensgevaarlijk.
Bevestiging van de diagnose bij een dier is bovendien slechts mogelijk na autopsie en hersenonderzoek.
Regelmatig keren vakantiegangers terug uit het buitenland met een hond of kat die niet in orde is met de Europese regelgeving en dus hondsdolheid kunnen overdragen. Dit noemt men illegale import. Omwille van het gevaar voor een eventuele besmetting past het FAVV de voorschriften omtrent de invoer van dieren altijd zeer nauwgezet toe.